Diepte interview met Bert van Slooten
Bij de pers kwam Bert van Slooten op bezoek, en wij kregen de kans om hem te interviewen! Bert van Slooten is een Nederlands radio- en soms ook televisiepresentator en verder verslaggever. Lees hier het hele interview!
Wat maakte verslaggever zijn voor u leuk?
Het leukste aan verslaggever zijn vind ik dat je met je neus vooraan staat. Ik moet bekennen dat ik eigenlijk liever in Brussel zou zijn op het moment, aangezien Zelensky daar is. Als journalist kun je daar gewoon bij zijn! Een tijd geleden kwam Donald trump naar Brussel - daar had ik toen andere visie op dan nu met Zelensky → het verschil zit vooral in het doel waarmee de persoon komt: bij Donald Trump denk je bij jezelf ‘’Die gaat de boel op stelten zetten’’ maar Zelensky roept juist hoop en verwondering op.
Waar bent u op het moment mee bezig?
Ik houd me bezig met een aantal dingen. Op mijn lijstje staan nu de aankomende verkiezingen, het debat in Brussel dat ik doe met Kees Boonman en de kandidaten voor de Eerste Kamer. Veel dingen in de politiek doen we in Brussel, omdat deze stad een grote rol speelt in Europa. De kieswet is bijvoorbeeld laatst aangepast, waardoor nu ook mensen in het buitenland kunnen stemmen. Dit wordt gedaan door vertegenwoordigers - kiesmannen en vrouwen. Maar het wordt vooral zo geregeld dat de mensen in Brussel en in omstreken een inkijkje krijgen in de politiek.
Waarom heeft u ervoor gekozen om bij de Brusselse Nieuwe te werken?
Het was niet gepland. Het overkwam me. Ik vind dat Europees nieuws overal moet zijn. We horen vaak genoeg: ‘Het moet van Brussel, maar waarom dan?’. Iedereen zou moeten weten welke beslissingen worden genomen en waarom. Er wordt weinig over bericht, dus toen Marieke van Doorn naar me toe kwam met haar plan, kon ik geen nee zeggen. Het plan leek me leuk maar er was wel een probleem. Ik zat namelijk mijn gehele carrière in de publieke omroep, waar alles gratis is, en nu moet je er opeens geld voor krijgen.
Wat is een concreet verschil tussen de Brusselse Nieuwe en andere media die Europese zaken vermelden?
De Brusselse Nieuwe is onafhankelijk en de meeste andere nieuws-outlets niet. Zij vinden dat iedereen zich moet kunnen vinden in de EU. Ze durven niet politiek uitgesproken te zijn. Dit doen wij bij de Brusselse Nieuwe wel. Ondanks dat we adverteerders hebben kunnen we alles schrijven en dat is ook heel belangrijk, want dan weet je meer over hoe anderen ergens over denken.
Wat deed u tijdens de corona pandemie? Is het mogelijk om als journalist vanuit huis te werken?
Ik vond het een zeer vervelende periode. Alles moest vanuit huis en alles ging op slot. Een groot probleem tijdens de pandemie was dat je nauwelijks toegang had tot buitenlandse ministers, en ironisch genoeg had iedereen juist in die periode weinig tijd om te praten. Dit maakte het ook lastig om je verhaal te maken en alle feiten te weten. Er ontstond voornamelijk een nieuw creatief proces waarmee we moesten leren werken. De samenwerkingen die ontstaan zijn in deze tijd zijn zeker gebleven. Voornamelijk in de vorm van eetgroepen, van bijvoorbeeld kranten uit allerlei verschillende landen. Hier wordt dan nieuws gedeeld uit diverse landen. Ik had in de corona tijd een eetgroep opgericht met mensen van de NRC en de Telegraaf. Zo wist ik toch een beetje wat er gaande was!
Wat vindt u leuker; radio, televisie presenteren of verslaggeven en waarom?
Dat is een gewetensvraag! Radio is iets waar ik sinds mijn jeugd al geïnteresseerd in ben. Vroeger had je de zeepiraten - Radio Veronica, Debora, etc. - en dat vond ik echt fantastisch. Het was mijn droom om dat ook te doen. Maar in de journalistiek wil ik het liefst vooraan staan. Ik wil echt bij de actie zijn. Daarom vind ik verslaggever zijn dus ook leuker dan presentator. Als presentator vertel je het nieuws alleen door, terwijl je het als verslaggever echt mag meemaken!
Tegenwoordig merk je dat verslaggevers vaker lastig worden gevallen, heeft u daar ooit mee te maken gehad?
Niet in de mate zoals nu. Ik heb er wel last van gehad na de moord op Pim Fortuyn. Ik had een paar dagen voor zijn moord nog een debat met hem gehad dus het nieuws hakte er wel in. Wat je ook van de man en zijn meningen dacht, je was alsnog van slag. Toen ik na de moord op straat kwam, werd ik vaak nagescholden en kreeg ik ook dreigbrieven in de weken erna. Maar eigenlijk probeerde ik gewoon mijn werk te doen. Ik denk dat dat pas het begin was van het lastigvallen van verslaggevers. Het heeft in ieder geval geen impact gehad op mijn werkhouding. Ik bedoel, mijn ouders zaten in de oorlog in het verzet, het zit dus in mijn bloed om door te gaan met waar ik in geloof. Ik laat me de mond niet snoeren. Liever strijdend ten onder. Deze dagen moeten verslaggevers alle kenmerken, zoals stickers op busjes en plopkappen op microfoons, verbergen. Zolang we kunnen blijven berichten zullen we dat doen maar we zitten wel op de grens van wat we kunnen toelaten en wat niet. Discussies zijn goed en soms is polarisatie nodig. Toch is de grens over gaan met intimidatie en bedreigen een probleem in de gehele maatschappij. Specifieke bescherming voor de verslaggevers is dus ook niet dé oplossing, want er is in Nederland voldoende tolerantie.
Wat vindt u tot nu toe het tofste wat u heeft bereikt in uw carrière?
Hele grappige vraag. Dat varieert - van onthullingen tot de samenstelling van het kabinet. Ik kan niet een ding aanwijzen. Een primeur brengen is voor mij toch wel het leukst, waarover het ook gaat. Ik heb ooit ontdekt dat er dioxide was gevonden in de melk van koeien door de hoge uitstoot. Dit heb ik toen eerst laten checken door een paar andere mensen en hen heb ik toen ook om hun reacties gevraagd over dit nieuws. Toen het ministerie van Landbouw erachter kwam waren ze erg geschrokken en vroegen ze of we het verhaal konden ophouden. Als ik niet gebeld had met dit nieuws, zouden wij het dan ooit geweten hebben? Dat de melk die we dronken dioxide bevatte? Het nieuws zorgde voor een mediastorm.
Ook was ik ooit op een receptie in Brussel waar meerdere mensen naar mij toe kwamen en me vroegen of ik naar Straatsburg ging later die week. Stef Blok zou daar dan zijn, echt een feest nummer dacht ik toen al. Ik heb de gewoonte om altijd iets op te schrijven na een receptie en die avond deed ik dat dus weer. Ik schreef “Stef Blok, Prinsjesdag, Straatsburg". De volgende dag las ik dat briefje weer en opeens was het helder. Hij was de “designated survivor”. Zoals in Amerika, waar de vicepresident en de president niet samen iets mogen bijwonen voor het geval dat er iets gebeurd. Nederland wilde dit ook hebben. Ik had het nooit moeten weten maar omdat mensen hun mond voorbij praten, wist ik het toch. Zo heb je meerdere van zulke verhalen.
Vindt u dat u als verslaggever mensen soms mag pushen om te gaan praten?
Dat is niet zo zwart-wit als je zou denken - het ligt aan het verhaal. Als je iemand moet interviewen die net iets ernstigs heeft meegemaakt, zoals een aardbeving, mag je nooit aandringen in verband met de enorme emoties waar iemand op dat moment doorgaat. Je mag dan alleen registreren wat ze je kunnen vertellen. Je mag er dus ook geen, zoals wij zeggen, “dikke vette quote” uithalen. Bij politici mag je wel sneller meer druk zetten. Dit doen we vaak door dezelfde vraag meerdere keren te herhalen en ze te helpen met waar ze het over moeten hebben. Als ze niet willen antwoorden, kun je altijd melden dat je dan niks gaat publiceren. Politici zijn erg gevoelig dat ze worden uitgezonden voor de publiciteit. Ook kan je zeggen dat als ze een antwoord geven op de vraag, ze dan wellicht op de 101 komen (de eerste pagina van de teletekst). Hoeveel je mensen pusht, verschilt ook per persoon. Kort samengevat, soms wel maar soms ook niet.
Heeft u in uw carrière ook fouten gemaakt, en zo ja, wat zou u anders hebben gedaan?
Geen een! Nee, natuurlijk wel. Je zegt soms wel eens iets verkeerd. Bijvoorbeeld door een bericht te publiceren dat niet helemaal klopt. Vaak is dat alleen een deel van het bericht, of een getal dat niet correct is. Na meerdere jaren leer je de valkuilen te omzeilen maar het blijft toch lastig om geen fouten te maken. Dat is natuurlijk gewoon menselijk. Schrijffouten maken of de verkeerde naam vermelden zijn foutjes die vaker voorkomen, maar daar zijn wel trucjes tegen. Als je bijvoorbeeld 3 mensen tegenover je hebt die je tegelijkertijd aan het interviewen bent, komt het af en toe voor dat je niet weet wie wie is. Begin dan gewoon met een vraag voor een van die mensen en vermeld hun naam, ze zullen vanzelf reageren. Kleine foutjes herstellen gaat natuurlijk makkelijker op de radio, echter leer je dit ook als presentator en verslaggever te camoufleren. Op TV gebeurt het wel minder snel, zo’n blunder, want alles wordt heel goed en heel vaak gecheckt voordat iets wordt uitgezonden.
Wat, zou u zeggen, zijn de benodigde eigenschappen voor een journalist?
Vooral heel erg nieuwsgierig zijn. Je moet alles willen weten en niet bang zijn om dingen te vragen. Je moet ook dingen durven. Als je bij mij op stage komt, krijg je bijvoorbeeld een onmogelijke opdracht. Een onderdeel hiervan is dat je iemand moet bellen. Over die angst moet je heen komen, want die ander ziet je toch niet. Wat boeit het dan! Denk gewoon: ‘nee heb je, ja kun je krijgen’. Ook belangrijk is creativiteit. Je kan wel informatie verzamelen maar je publiek moet er ook iets mee kunnen. Je moet je verhaal leuk kunnen verpakken met foto’s en dus over een creatieve manier van denken beschikken. Hoe komt de boodschap van mijn verhaal goed over? Dat is de vraag. Geordend zijn is ook wel van belang. Je moet namelijk deadlines kunnen halen. Haal je deze niet, dan ben je niet geschikt. Vroeger was je daar zo voor ontslagen, een deadline missen. Nu is dit iets minder streng aangezien niet alles met de drukmachine gedaan moet worden. Maar het is nog wel ernstig. Journalisten houden er ook wel van een beetje tegen de deadline aan te werken en dan nog nét op tijd hun stukken in te leveren. De helft van het journaal is om 10 voor 8 nog niet klaar. De mentaliteit is: “Als het journaal om 8 uur klaar moet zijn, ben ik om 1 voor 8 nog op tijd.”
Als u kon tijdreizen, naar welk jaar zou u dan terug gaan? En waarom?
Ja, goeie vraag. Ik twijfel tussen ‘68 en ‘69. Toen zat ik nog op school en gingen we naar de garagebox toe, waar een meisje dan de Beatles en The Stones draaide. Dit heeft een impact op de muziek waar ik naar ging luisteren. Ook denk ik meteen aan 1972 met het kabinet- Den Uyl. Toen was ook de eerste oliecrisis. Dit heeft echt mijn passie voor journalistiek aangewakkerd. Ik wilde er meer over weten. De “waarom” en de “hoe”. En het tofste aan die tijd was dat je op alle grote wegen gewoon kon skaten, zonder alle auto’s! Mijn vader zei toen op z’n Amsterdams: "Het zijn van die rijke stinkers, die hebben er last van.”
U heeft meerdere boeken geschreven, heeft u daar ook nieuwe vaardigheden voor moeten leren en zou u vaker boeken willen schrijven?
Boeken schrijven is toch een soort andere tak van de sport. Je bent rustiger in je schrijven, en veel met je eigen taal bezig. Wat je wel moet onthouden is dat een boek niet alleen voor vandaag is, zoals dat wel vaak is in de journalistiek. Je moet alles nog beter uitzoeken en checken. Ik heb een roman geschreven over de hongerwinter, genaamd ‘Zo, ben jij er ook nog’. Voor dit boek heb ik de geschiedenis en feiten zeker 10 keer gecheckt en daarna nog 10 keer meer. Ook moet je zo schrijven dat er een spanningsboog in blijft. Elk hoofdstuk heeft een eigen spanningsboog nodig want niemand wil zich vervelen tijdens het lezen van een boek. Ik word onderhand wel een beetje moe van boeken schrijven. Dit komt mede door het feit dat we bij mijn laatste boek erg veel haast moesten maken van onze uitgever. We moesten het boek veel eerder inleveren en dus hadden we ons opgesloten in de Ardennen. Dit was toevallig ook het jaar dat er daar veel overstromingen waren dus ik was blij dat we veel eten hadden ingeslagen. Ik heb toen ook geleerd dat het soms goed is om je af te zonderen om iets gedaan te krijgen, maar van boeken schrijven heb ik voor nu wel even mijn bekomst.